molenkaart/?tenbruggencatenummer=00361
Ten Bruggencate-nr.: 00361
naam/ aanduiding: Molen van de Schoterveenpolder
plaats: Haarlem
provincie/ land: Noord-Holland Toon locatie op kaartje
bouwjaar: 1630 voor
verdwenen/ status: bestaand
aandrijving: windmolen
type: wipmolen
functie: poldermolen
De molen van de voormalige Schoterveenpolder, gelegen aan de westrand van de stad, is een zeer waarschijnlijk in het tweede kwart van de 17de eeuw gebouwde wipmolen.
Hij bemaalde oorspronkelijk de ca. 205 ha grote Schoterveenpolder via een lange voorboezem op het Noorder Spaarne, zijnde een deel van Rijnlands boezem.
De molen stond ook wel bekend als "De Stoop". Deze naam verwijst als verbastering naar de laatste beroepsmolenaar Van der Stoop op deze molen.
De landschappelijke betekenis van deze molen is sinds de jaren twintig door stadsuitbreiding in zijn directe omgeving zeer beperkt geworden. De molen die in een parkachtige omgeving staat, wordt nagenoeg geheel omringd door deels op korte afstand gelegen laagbouw en heeft alleen nog vanuit het westen een ongehinderde windvang.
Het aan de duinen grenzende relatief hoog gelegen gebied, dat later de Schoterveenpolder zou gaan vormen heeft lang een natuurlijke afwatering op het Spaarne gekend. Mogelijk heeft hier ten tijde van het beleg van Haarlem door de Spanjaarden in 1573 een molen gestaan, die het zuidelijke deel van de polder bemaalde. Voldoende zekerheid is hierover echter niet. Op de kaart van Rijnland van 1615 is hier echter geen molen aangegeven.
Het ontstaan van deze polder is niet een exact te dateren gebeurtenis geweest, maar veeleer een langzaam en incidenteel groeiend proces van plaatselijke initiatieven en maatregelen om het water te beheersen De definitieve invoering van de windbemaling moet tegen het midden van de 17de eeuw hebben plaats gehad, waarop ook de constructie van de molen wijst.
In de tweede helft van de vorige eeuw zijn er aan de molen nogal ingrijpende herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Zo was er zware schade als gevolg van een storm op 28 mei 1860, waardoor het wiekenkruis naar beneden stortte, vermoedelijk als gevolg van het breken van de koker.
Omstreeks 1920 vond in de omgeving een sterke uitbreiding van de bebouwing plaats, wat tot windbelemmering leidde. Hierop werd door de gemeente Haarlem ten behoeve van de polder een nieuw elektrisch gemaal gebouwd aan de Delft, waarmee de weg vrij werd gemaakt om het gebied rond de molen te bebouwen. Voordien was dit niet mogelijk vanwege het geldende windrecht.
In 1922 kwam het gemaal gereed waarna de molen buiten bedrijf werd gesteld en overgenomen door de gemeente Haarlem. Na 1900 was zoveel terrein bebouwd en opgehoogd, dat al in 1933 het zuidelijke deel van de polder werd ontpolderd. Het gemaal verzorgde toen nog slechts de bemaling van ongeveer 45 ha weiland in het noorden. Ook dit gebied werd bijna geheel door de gemeente gekocht, die tenslotte aan Provinciale Staten om opheffing van de polder verzocht.
Dit gebeurde in 1935 en sindsdien draagt de gemeente Haarlem voor zover nodig zorg voor de bemaling. Hiervoor werd later op de molenwerf een elektrisch aangedreven vijzel geplaatst, die uitmaalde op de voorwaterloop van de molen, maar inmiddels al weer is verdwenen De veranderingen in de omgeving hebben tot gevolg gehad dat de uitwatering van de molen werd verlegd van het Noorder Spaarne naar de Delft. De molen wordt niet meer werkelijk ten behoeve van de bemaling gebruikt, maar wordt sinds 1967 zo eens per maand in werking gesteld.
Gr. Ron
Puur geluk zit soms in een hoopje plastik, rubber, ijzer en wat vloeistof.