Zondag - dag 3
Omdat we gisteravond lekker op tijd naar bed gegaan waren was ik ook weer lekker vroeg wakker.
Even rondgelummeld en daarna met zijn allen gaan eten. Het ontbijt was net zo lekker als gisteren en we hebben er ook in alle rust van genoten.
Na het eten zijn we ons gaan omkleden en konden we om kwart voor elf vertrekken. De rit was vandaag 197 km wat volgens Rob te lang was omdat we maar een gemiddelde reden van ca 40 km/u. Ik betwijfelde dat en heb in de tracks gekeken. Gisteren was de rit 167 km lang en we hebben er, met het gravelpad erbij, 3 uur en 3 minuten over gereden. Dat betekend dat we een rijdend gemiddelde van 54,8 km/u hebben gehaald.
De route van vandaag had ik ooit gedownload en hier en daar aangepast.
Ondertussen hebben we afscheid genomen van Rens & Marie-Jose en ook van Peter & Christine en ook van Willy hebben we afscheid genomen want zijn ribben deden zo zeer dat hij alleen heel rustig wilde rijden.
We zijn op pad gegaan en via Enzen en Mettendorf ging het richting Körperich via een bochtige weg waar we werden ingehaald door 5 Porsches met zeer asociale bestuurders die ons inhaalde op plaatsen waar het echt niet kon door onoverzichtelijke bochten en heuvels. In Obersgegen bleven de stumpers staan wachten voor auto's die allemaal rechtsaf sloegen zodat wij allen gewoon hadden kunnen doorrijden. Maar verblind door dat moois zagen ze niets. Ik ben maar wat gaan toeteren, zo van schiet-eens-op, en dat deden een paar anderen braaf mee. Geld is ook niet alles!
Getankt in Vianden waar de benzine maar 1,118 euro/liter kost.
Daarna vlot doorgereden naar Fouhren en weer Vianden, langs het stuwmeer in de Our. Bij de stuwdam staat een kerkje wat net niet in het stuwmeer terecht is gekomen. Dan rijd je kilometers lang langs het stuwmeer wat gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken. De Our is de grens tussen Luxemburg en Duitsland, deze rivier zijn we verder gevolgd tot aan Rodershausen. Afgeslagen richting Marnach en daarna naar Heinerscheid en Weiswampach waar we omkeerden en in zuidelijke richting verder gingen naar Clervaux waar ik een hopeloze zoektocht begon naar een parkeerplaats waar 6 Wings en 1 Burgman konden staan. Deze vond ik ook en we hebben een terras opgezocht voor wat vocht. Koffie of iets fris het smaakt allemaal op zo'n warme dag.
Na deze pauze zijn we richting Enscherange gereden en vervolgens naar Kischpelt, Erpeldange en Wiltz. In dit dorp ben ik ooit met de scouting op kamp geweest. Leuke plaats waar we naar de kampeerplek moesten lopen omdat de bus waarmee we uit Nederland waren gekomen niet naar boven kon rijden.
Bocht na bocht en stijgen of dalen volgenden elkaar in rap tempo op. Langs Nothum, Bavigne en weer een stuwmeer. Deze keer in de rivier de Sûre.
Bij Esch-sur-Sûre hingen we zo lekker in de bocht dat we de afslag gemist hadden, dus een klein eindje terug moesten rijden. Jammer hoor!
Een paar bochten verder besloot ik even te stoppen. De motoren moesten even afkoelen.
Na een stief kwartierke konden we weer verder om de volgende kraaltjes aan ons lijntje te rijgen. Dit waren Dirbach, Lipperscheid, Michelau en alweer Erpeldange
Daar waren we toch al geweest? Maar nee, er ligt een 9648 Erpeldange bij Wiltz en een 9146 Erpeldange bij Ettelbrück. Gelukkig want rondjes rijden is wel leuk, maar het moet wel zinvol blijven.
Diekirch was de volgende plaat waar we door kwamen en daarop volgden nog Wallendorf-pont, Hommerdingen, Schankweiler en ineens waren we weer in Holsthum. 201 km in 3 uur en 32 minuten. Waarop ik Rob kon vertellen dat we een gemiddelde van 56,9 km per uur hadden gereden. Dit was wel te danken aan enkele snellere stukken die in de route zaten. Wegen met lange vloeiende bochten en weinig omhoog/omlaag.
Nog even op het terras gezeten waar sommigen een biertje namen en anderen wijn of water.
Nog wat schnitzels en ander lekkers naar binnen gewerkt en daarna nog wat zitten bomen over motorrijden en andere belangrijke zaken. Een van deze zaken was geocaching wat door Jan Dubbel wordt beoefend en hij legde het met verve uit aan Rob. Het ging over coördinaten en de verschillende soorten caches die verstopt kunnen zijn. Op enig moment had hij een GPS tevoorschijn gehaald en er lag een cache op circa 700 meter afstand. Rob, Jan, Karin, Marjan en ik besloten op pad te gaan. Ad en Thomas zouden de motoren bewaken.
Na terug gelopen te zijn naar de brug en deze overgestoken te zijn waren we op de goede weg. rob had de GPS in handen en manoeuvreerde ons in de juiste richting. Op een moment waren we bij een muur waarover in het verhaal van de voormalige glasfabriek ging.
Onderstaande tekst komt van de website van de geocachers.
In 1769 werd de glasfabriek van Domink Laeis met de steun van de toenmalige Oostenrijkse regering gebouwd. Er werd van 1774 tot 1811-1812 en van 1843 tot 1850-1851 glas geproduceerd. Er staat nog maar een klein deel van de ronde glasoven, ook is er nog een deel van de schoorsteen te zien en om de ruïne goed te kunnen zien kan je de straat "Auf der Hütte" een stukje inlopen.
Van de overige gebouwen resten nog das Haus des Glasmeisters zijn en het zogenaamde Fritzenhaus (direct naast het onderste bocht van Ferschweilerstraße), de directie en kantoorgebouwen, overblijfselen van de molen en de slijperij.
We kwamen bij de muur van de voormalige oven uit en na wat vruchteloze pogingen en wat hulp van Jan vond Rob de 'schat'. Zijn naam op de logrol en we zijn terug gewandeld.
Omdat we wisten dat we van de Bullebak niks meer kregen zijn we bij Gasthof Zur-Brücke gaan zitten. De eigenaar was zeer vriendelijk en aan de hand van enkel van onze shirts had hij gelijk door dat we motorrijders waren. Zelf reed hij ook motor en dat brak natuurlijk direct het ijs.
De dames zijn de kamers gaan bekijken en hebben er een forum-goedkeurig op gestempeld.
Na het drankje terg naar ons hotel en naar bed.....
Oja, we hadden het weerbericht bekeken en er werd onweer en regen voorspelt. En dit klopte, het onweer barstte al vroeg los. De regen zou spoedig volgen.